Dokters horen hun vakliteratuur bij te houden. De huisarts in deze tuchtzaak uit Amsterdam had daarmee mogelijk een drama kunnen voorkomen.
Het gaat om een baby van 13 maanden die niet lekker was. De moeder neemt het kindje mee naar het spreekuur, alwaar de huisarts aan een virusje denkt. Drie dagen later is moeder nog steeds ongerust, en ze vertelt aan de telefoon dat haar kind mogelijk een klein batterijtje heeft ingeslikt. De huisarts wist niet dat zoiets potentieel zeer gevaarlijk is; de richtlijnen handelen hier niet over. Toch vindt het tuchtcollege dat de huisarts dit had moeten weten: het had wel al in meerdere bladen gestaan: H&W, NTvG en Medisch Contact.
Helaas loopt het verhaal niet goed af: het kind knapt niet op, moeder zoekt regelmatig contact met hap en huisarts. Het kind overlijdt uiteindelijk aan een hypovolemische shock, door ernstig bloedverlies door een fistel tussen de slokdarm en aorta. Zeer waarschijnlijk veroorzaakt door dat batterijtje. De tuchtrechter toont begrip voor het verkeerd inschatten van het gevaar van de batterij: fouten maken is menselijk, hoe erg de gevolgen ook zijn. Maar de huisarts had hoe dan ook gealarmeerd moeten zijn door het verhaal en de vele contactmomenten. Hij wordt berispt.
Als een lithium-knoopcelbatterij ingeslikt wordt en onbehandeld blijft, kan deze blijven steken in de slokdarm en een schadelijke chemische reactie veroorzaken die binnen twee uur fataal kan zijn. Als u denkt dat uw kind een batterij heeft ingeslikt, ga dan onmiddellijk naar de eerste hulp.